Sint Dionysiuskerk: de kerk van Asselt
Het kerkje en het museum waarvoor wij uw aandacht vragen hebben een bekendheid, die de landsgrenzen overschrijdt.
Het kerkje stamt uit de 11e eeuw. En is daardoor een van de oudste gebouwen van Nederland. Het is een zaalkerkje, vroeg romaans. En het staat op een landtong vroeger uitstekend in de rivier de Maas. Deze loopt nog steeds dichtbij. En deze locatie zou wel eens de oorzaak van de bouw ervan kunnen zijn. Op een dergelijke bijzondere plaats, voor de mensen in de oudheid een onverklaarbare geologische situatie, vinden we zeer vaak een cultusplaats. Een plaats waar het contact tussen hemel en aarde als het ware tastbaar is. Later wordt deze plek dan “gekerstend”. Een andere verklaring voor de bouw wordt wel gevonden vanuit de romeinse materialen die in de muren verwerkt zijn. Er zou in de tijd van de romeinen bv. een wachttoren hebben gestaan, of een seintoren. Anderen verbinden het ontstaan aan de nabijheid van een palts (voorganger van de huidige Asselterhof) in de tijd van de Karolingers. Kortom: voldoende stof om de gemoederen van de wetenschap gaande te houden.
Toch verklaard dit niet de werkelijk wereldwijde bekendheid van dit gebouwtje, ten gevolge waarvan al menig bekend persoon zijn naam eraan verbonden heeft. Zo is de restauratie in het begin van de vorige eeuw uitgevoerd door niemand minder dan de architect dr. Pierre Cuypers. Wellicht is de roem mede te verklaren uit de faam van verschillende kunstenaars die aan de verfraaiing hebben meegewerkt. Zo zijn hier bijvoorbeeld de eerste werken van de glazenier Joep Nicolas te zien. Een man met wereldfaam. Zijn werk trekt zelfs bezoekers uit Amerika. Anderen mogen eveneens genoemd worden: bijvoorbeeld mevrouw Willebeek Lemaire (later barones van Tuyl tot Serooskerken) en Huub Levigne eveneens een glazenier. Daarnaast zijn er nog vele kunstwerken van onbekende meesters uit vele perioden van de kunstgeschiedenis.
Zeker zal tot de reputatie ook bijdragen het geschiedkundig gegeven dat de “Noormannen” vanaf deze plaats uit onze streken zijn “weggekocht” door Karel de Dikke, nadat ze zich weer verzameld hadden na hun verloren slag bij Poitiers, en vanuit Ascloa Maastricht, Luik, Aken en Keulen hadden geplunderd. En ook de boeiende inspanningen van pastoor Pinckers tot behoud en renovatie door dr. Pierre Cuypers spreken tot de verbeelding.
Met het resultaat daarvan mogen we ons gelukkig prijzen. Een gebouw met opmerkelijke gegevens. Bijvoorbeeld de toren die men in de 16e eeuw aan de oostkant heeft geplaatst nadat die bij een reusachtige overstroming van de Maas aan de westkant was weggespoeld. Het is een erkend cultuurhistorisch waardevol gebouw. Dit wordt nog geaccentueerd omdat het nog steeds ligt in zijn natuurlijke, oorspronkelijke omgeving. Een zeldzaamheid! De onlangs verleende status van “beschermd dorpsgezicht” is daarvan het getuigenis.